stappenteller dag 19

de Via Belgica

Maandagochtend, ze denkt ach, het is maandagochtend. Op tijd naar de sportschool dus. Jij bent matineus, zei een leraar ooit tegen haar toen ze nog les gaf op de Kunstacademie en ze de leerlingen verplichtte om ook de eerste vijftien minuten van de les aanwezig te zijn. Matineus is de geneigdheid om vroeg op te staan. Anna staat graag vroeg op.

Maandagochtend koppelt ze die geneigdheid aan een dubbele training in de sportschool, half uurtje rennen, half uurtje crosstrainer, half uurtje vergaderen met de coach over de huisstijl van zijn nieuwe sportschool. Multitasken.

De coach wordt midden in het gesprek weggeroepen voor een intakegesprek van een mevrouw die graag wil afvallen met de hulp van een personal trainer. Zo blijft hun gesprekje – zal ze zich wel of niet laten opnemen voor een behandeling van haar burn-out (?) – in de lucht hangen.

Ze rent naar huis, snel omkleden voor het werk in de winkel met de spiegels. Ze is een beetje cranky omdat de man van de interieuracademie – die van het varkentje – niks meer van zich heeft laten horen en ze haar avond-poetswerk bij de school kwijt is geraakt aan de vaste krachten. Nu heeft ze wel tijd om de flyers voor de sportschool te ontwerpen, belooft ze de coach.

Met in één hand de dweil en de andere de wc-ontsmetter, belt het uitzendbureau. Of ze vanavond en de rest van de week tijd heb. Nieuwe job. In het ziekenhuis dit keer. The irony.

Snel naar huis omkleden en naar de tandarts-checkup. Ze komt een beetje lastig uit de stoel van de wachtkamer. Spierpijn, zegt ze tegen de tandarts. Ach, ja, jij traint voor de marathon, zegt ze. Wat leuk, welke ga je lopen?

De Marathon Via Belgica, dat is een erg grappige marathon, vertelt Anna haar, het is een mix van een hardloopwedstrijd, een toeristisch uitje en Carnaval.

Middagprogramma, bonnetjes inboeken voor de belastingaangifte en dan naar het ziekenhuis. Weer omkleden. Ze neemt haar blauwe schort mee van het schoonmaakbedrijf, maar dat is voorbarig. Het blauwe schort is van Schoonmaak Algemeen. Dit is specialistische schoonmaak. Ze is nu van de Schoonmaak Zorg. Ze loopt door de kelders van het ziekenhuis naar het kantoortje waar het werk verdeeld wordt. Passeert een rijtje schrobmachines. Ze kan nog niet met schrobmachines werken, dat is wel een vereiste voor de baan, staat ook goed op je CV; handig met de schrobmachine. Ze zal aan de coach vragen of ze les kan krijgen in het bedienen van de schrobmachine. Hij heeft er een in zijn zaak. Dat wordt een wonderlijk CV. Vaardigheden: Beschikt over goede mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden, heeft het vermogen tot multidisciplinaire samenwerking en is handig met de schrobmachine.

Vooralsnog is ze eendimensionaal poetsvrouw, maar nu wel in een wit schort met een subtiel oranje biesje. Het schort kleedt mooi slank af en als je door je oogharen kijkt lijk je net iemand van het verplegend personeel. Ze mag alleen haar mutsje niet op onder het werk.

Ze heeft al ontdekt dat de vrouwen – ze zijn over het algemeen erg aardig – van het schoonmaakbedrijf een spuughekel hebben aan uitzendkrachten zoals zij. Niet alleen omdat ze niet weten hoe de schrobmachine werkt. De uitzendkrachten hebben de reputatie dat ze niet kunnen poetsen en nooit lang blijven, waar wel een kern van waarheid inzit.

Ze wordt gekoppeld aan een kleine, zwartharige vrouw van ongeveer mijn leeftijd. Ze heet Iwan – en de verschrikkelijke mag je er gerust bij denken – ze is druk, ze praat snel in een accent dat ze niet kan verstaan, ze is heel erg aardig, maar ze wil absoluut, maar dan ook absoluut niet met haar werken. Waarom dat is merkt ze tijdens de drie uur poetsen door de uitgestorven gangen en behandelkamers van het ziekenhuis waar ze al snel haar oriëntatie kwijt raak. Ze moet keihard werken om het werk af te krijgen en de hygiene eisen zijn hoog – gelukkig maar. En dan moet ze haar ook nog even inwerken ook.

Tot morgen, zegt Anna tegen haar na een werkelijk totaal crazy en uitputtende drie uur.

Nee, jij morgen weer? Bij mij? Nee, toch, zegt Iwan. Niet weer hè. Ik wil alleen werken, niet met jou.

Nog even volhouden, zegt Anna tegen haar, zodra ze een pasje en een sleutel krijgt en op haar CV kan zetten dat ze een schrobmachine kan bedienen is ze van haar af en kan ze zelfstandig een volledige afdeling poetsen.

Thuis ploft ze op het bed en eet een pak koekjes, een stuk chocola, een bakje nootjes en drinkt een fles Tonic, even bijtanken. Op de voicemail staat een  berichtje van haar behandelaar. Hij wil haar laten opnemen om tot rust te komen. Dat gun ik jou, zegt hij.

Ja, dat gunt ze zichzelf ook, rust, denkt ze terwijl ze de vieze dweil van de winkel met de spiegels in een sopje zet.

Haar behandelaar – die haar wil laten opnemen om tot rust te komen – vertelt; er komen hier vrouwen bij me met een burn-out en die zijn dan aan de drank en daar denk ik van; ga gewoon de ramen poetsen, maar ja, die neem ik dan toch op, maar jij, jij hebt echt problemen. Wat jij allemaal hebt meegemaakt, dat is echt…

Maar ja, maar ja. Ze is niet verzekerd voor een privé-kliniek met zwembad, sauna en pony’s.

Vanavond gewoon weer poetsen in het ziekenhuis, the irony, met Iwan. Ze is heel aardig hoor, ze wil alleen gewoon niet met haar werken.

anna

Comments are closed