Wat bent u aan het doen, vraagt Anna de moeder aan de telefoon.
Ik ben iets aan het plakken, zegt de moeder.
Iets dat kapot is of iets plakken voor de kunst?
Voor de kunst, zegt de moeder.
Wat bent u aan het maken?
Dat weet ik nog niet wat het wordt, zegt de moeder. Ik ben dat…dat. Ik ben het dingetje kwijt waar je mee plakt.
Het kwastje van de lijm?
Ja, die ben ik kwijt, zegt de moeder.
Neem maar een ander penseeltje, zegt Anna. U heeft penselen genoeg. Offer er maar een op voor de lijmpot.
Penselen, zegt de moeder, ja, die moet ik ergens hebben…
Ik kom volgende week, zegt Anna. Vandaag heb ik geen tijd. Ik moet de cursus Inleiding in de Kunstgeschiedenis herschrijven. Ze zijn vergeten de vrouwen te noemen in de kunstgeschiedenis.
Oh, dat is goed, zegt de moeder. Dat vind ik goed dat je dat doet.
Ik kom volgende week, zegt Anna. Dan ga ik het huis poetsen.
Het ouderlijk huis dat al een tijdje in de verkoop staat.
Ze denken zeker dat ik niets anders meer kan dan poetsen, zegt Anna. Ik ben de poetsvrouw van de familie geworden.
Ja, zegt de moeder. Of dat jij het heel goed kan.
Als het daarmee verkocht wordt, zegt Anna.
Als het daarmee verkocht wordt, mag je bij mij ook komen poetsen, zegt de moeder.
Kan ik meteen even de St. Jozef opnieuw begraven zoals het hoort, zegt Anna.
Ze heeft een beeldje van St. Jozef in de tuin van het huis begraven. Goed katholiek als ze is gelooft de moeder toch nog een beetje in het oud heidens gebruik om een beeldje te begraven om de goden te bewegen iets te doen. In dit geval om de verkoop van een huis te bespoedigen.
Het beeldje moet met zijn hoofd naar beneden en het gezicht naar het huis begraven worden en hierover heeft Anna met de moeder een klein dispuut. Het beeld mag wel begraven worden maar niet op z’n kop. Dat vindt de moeder cru.
Dus nu ligt Jozef al een tijdje lekker op zijn rug in de tuin van het huis te liggen te relaxen. Volgende week gaat Anna hem uit zijn comfort-zone halen. Head down. Actie!! Anders begrijpen die heiligen niet wat de bedoeling is.
anna