stappenteller dag 37

luchtverfrisser

Kijk, wijst Ewan naar de ronde spiegelbol in het plafond op de gang. Daar zitten de bewakingscamera’s in.

Anna denkt dat de spiegels bedoelt zijn zodat de ziekenbroeders en hun bedden met patiënten niet met elkaar in botsing komen in de bocht waar de gangen elkaar kruisen en dat is ook wel zo, maar volgens Ewan zitten in de bollen ook de bewakingscamera’s verstopt. Anna zwaait naar de spiegels voor de zekerheid en denkt dat het wel meevalt met de hoeveelheid camera’s die er ophangen in het ziekenhuis. Dat kan ze zien in het kantoortje van de bewaking op de verschillende beeldschermen en ze hangen niet op de WC’s zoals Ewan vreest.

Diefstal is een gevoelig item en er is recentelijk iemand ontslagen die nogal ruimhartig omgegaan is met de eigendommen van het ziekenhuis. Haar huis lag vol met laptops en nog van alles wat je zoal kan meenemen als je ’s avonds toegang hebt tot de afdelingen en de voorraadkast.

Om diefstal te ontmoedigen is het poetsmiddel op rantsoen, het enige item waar door het schoonmaakbedrijf een restrictie opgelegd kan worden. Op WC-papier, papieren handdoekjes, zeep, ontsmetter, schone wc-borstels, vuilniszakken in drie soorten en plastic handschoenen in alle maten zit geen embargo. Het schoonmaakmiddel is veel beter dan de Ajax en Jif-varianten van de supermarkt en ruikt lekker, niet chemisch, heeft geen rare kleurtjes en is zeer geconcentreerd. Dat er enige aantrekkingskracht bestaat om een fles mee naar huis te nemen is niet zo vreemd, maar door de rantsoenering kan dat niet meer.

Ze moet dus heel zorgvuldig met haar fles schoonmaakmiddel omgaan en opletten dat niemand van haar voorraad ‘leent’ en vakantiekrachten ontmoedigen om een flinke scheut in de wc’s te spuiten – want dat schuimt zo lekker en ruikt zo fris.

Toch komt die frisse geur maar heel erg ten dele van het schoonmaakmiddel dat vrijwel reukloos is. Wat helemaal niet erg is want die frisse geur is iets wat mensen prettig vinden en associëren met schoon, terwijl reukloos schoonmaken net zo effectief is.

Om toch tegemoet te komen aan die behoefte aan een frisse geur, die dus nauwelijks van het poetsmiddel afkomstig is, in het kader van milieu-vriendelijkheid ed. hangt er op een aantal etages een kastje met een detectie-sensor, die zodra er iemand van het toilet gebruik gemaakt heeft een geurtje de ruimte in spuit. Als je als schoonmaker de wc’s poetst weet je zeker dat de sensor je spot en minimaal één keer en als je pech hebt twee keer een shot ‘frisse geur’ in de lucht brengt.

Ze zou het kastje dat hoog tegen de muur hangt niet eens hebben opgemerkt als Witney er haar niet op gewezen had als oorzaak voor het vet dat op de spiegels en tegeltjes zit en waardoor ze erg moeilijk schoon te maken zijn.

Dat is de boosdoener, zegt Witney.

Het frisse-geur-spul zal dus wel op olie-basis zijn, denkt Anna en neemt zich voor om het uit te zoeken.

Zeker is dat ze een spuughekel aan heeft aan de automatische verfrisser, het spul slaat op haar keel, ze moet extra boenen op de spiegels en tegels en het apparaatje maakt een misselijk sis-geluidje als een slang die haar gif met een venijnige kracht rond sproeit. Bah!

Ze moet eens uitpuzzelen of ze de bek van het beest of het oog van de sensor niet kan afplakken terwijl ze aan het poetsen is.

Op de zesde etage gaat ze even voor het schilderij van Jonas staan dat ze in gedachten geadopteerd heeft; Gezicht op Randwijck. Het zwarte sombere schilderij van de getroebleerde schilder. Jonas heeft bijna zijn hele leven in een psychiatrische inrichting doorgebracht, schilderen was zijn manier om te communiceren.

De galeriehouder die geen echte galeriehouder is, belt. Hoe het zit met de expositie van de schilder, wat er al geregeld is en wie er al uitgenodigd zijn. Ze probeert de galeriehouder gerust te stellen en belooft een stukje te schrijven over haar eigen getroebleerde schilder. Een stukje voor op het net en een stukje voor in de krant.

Eerst douchen, ze ruikt naar slangengif.

anna

 

 

 

Comments are closed