Bezoek Winternights, een festival waar podiumkunstenaars en liefhebbers samenkomen om ervaringen op te doen. De Lutherse kerk is het verzamelpunt. Je kan er een vegetarische maaltijd eten en gasten ontmoeten. Voel me er thuis, hoewel ik gevangen zit in mijn warme winterjas waarvan de rits kapot is en alleen uit kan door er onflatteus uit te stappen.
Een jonge man met een donker kort geknipt baardje vraagt of hij aan mag schuiven aan de lange tafel.
Ik wil jullie niet storen, zegt hij, maar jij bent toch Anna?
Ja, zeg ik.
Jij hebt toch geprobeerd om illegaal langs de hekken te komen bij het concert van André Rieu?
Nu heb ik de aandacht van mijn tafelgenoot, niet vanwege mijn kapotte rits die muurvast zit, maar vanwege een mogelijk misdrijf.
Dat kan ik me niet meer herinneren, maar het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat ik dat geprobeerd heb. Het is in de tijd dat ik studeer en mijn professor een boek over André Rieu schrijft. Ik heb gevraagd of ik mee mag doen, maar wordt te licht bevonden. Zal daar wel boos over geweest zijn.
Artistic research, frist de jongen mijn geheugen op. Hij kan aan mijn gezicht zien, dat ik niet meer precies weet waar we elkaar van kennen.
Wat is dat, vraagt de jeugdvriend die me uit mijn holletje getrokken heeft en uitgenodigd voor het kunstenfestival. Wat is dat, artistic research?
Dat is een combinatie van universitaire studie en kunst. Ik ben afgestudeerd op een kunst-installatie in een enorme fabriekshal. We kennen elkaar van een masterclass tijdens de studie.
Dat hij me nog herkend, verbaas ik me, het is alweer vijftien jaar geleden, het afstuderen.
Hoe het met hem gaat, vraag ik.
Hij heeft net een voormalig arbeidershuisje gekocht, nog gebouwd door de zoon van Petrus Regout en de plannen opgevraagd bij het archief en het blijkt dat er een suikerfabriekje geweest is achter het huis. Hij heeft het gekocht van oudere mensen. Oorspronkelijk hebben de huisjes geen wc of douche. Alleen een privaat in de tuin. Nu heeft het huisje twee badkamers, een beneden en een boven. Hij gaat het grotendeels zelf renoveren. Na zijn studie is hij een succesvol decorontwerper geworden, heeft de coronacrisis overleefd en krijgt nog voldoende opdrachten, hoewel hij soms niet alleen kan ontwerpen, maar zijn ideeën ook zelf moet uitvoeren.
En jij, vraagt hij, werk je op de universiteit?
Nee, zeg ik en scroll in mijn geheugen door de afgelopen vijftien jaar. Een burn-out na mijn studie. Een ongeluk en anderhalf jaar revalidatie. Een problematische relatie en overlijden van mijn ex. Mantelzorg voor de moeder. Lesgeven in Interieurstyling. Beeldresearch voor een landelijke uitgeverij. Stadsgids.
Fast forward. Ik sla een stukje over, zeg ik. Heb een boek geschreven en werk niet meer als decorontwerper, maar maak mini-maquettes als kunst- en troostobjectjes. Heb je een kaartje, of doen jullie daar niet meer aan?
Daar doen ze niet meer aan.
Geef me je telefoon, zegt hij en typt zijn website in.
Pas als ik thuis ben komt de herinnering aan de masterclass pas echt terug. Het is op de universiteit dat er een ontmoeting geregeld wordt tussen studenten van de kunstacademie en de universiteit. Iedereen krijgt een student toegewezen en mag een essay schrijven over het werk. We gaan op atelierbezoek en achteraf is er panel-discussie.
Mijn medestudenten voelen zich niet op hun gemak in de rommelige, chaotische ateliers. Bij de panel-discussie zitten we tegenover elkaar. De kleurrijke kunstenaars met een air van jeugdige arrogantie en wij de intellectuelen in saaie grijze kleren.
De student die ik toegewezen krijg is de jongen met het kort geknipte baardje. Davy. De opdracht is zijn werk te beoordelen. Terwijl mijn medestudenten in een staat van paniek raken over deze voor hun zo vreemde wereld moet ik stil lachen. Dit is mijn achtergrond, de atelier-ruimtes, het werk, de poëzie. Dit herken ik beter dan al die hoogdravende teksten die ik moet lezen en onthouden op de universiteit. Daarbij maakt Davy prachtig werk, dat ik ook kan duiden. En nu is hij een succesvol ontwerper geworden, heeft zijn eerste huis gekocht en komen we elkaar na al die tijd weer tegen.
Laat het maar weten van je boek, zegt hij.
Doe ik.
Kijk om me heen naar de gasten van Winternights. Wat kleding betreft blend ik in. Kleurrijk en een tikkeltje artistiek arrogant. Je had het nog beter kunnen zien als ik die stomme jas uit had kunnen trekken.
anna