Het is vrijdagochtend en ik wandel naar de weekmarkt. Nee, ik wandel niet, ben op de fiets vanwege de zware tassen. Ik koop mandarijntjes, een grapefruit, een zure vrucht waar ik de naam niet van weet, citroenen, koriander, bloemkool, venkel, uien, tomaten, gember, kurkuma, aardappelen, bleekselderij. Bij het vak met de vele soorten tomaatjes blijf ik een tijdje staan.
Kan ik je helpen, vraagt de vrouw die, omdat het nog zo vroeg in de ochtend is, bezig is met het neerleggen van de prijskaarten op de kratten met groenten en fruit.
Nee hoor, zeg ik, ben naar de muziek aan het luisteren.
Ze draaien carnavalmuziek op de Markt en ik krijg er goede zin van. Het is twee jaar geleden is dat er Carnaval gevierd mag worden. Geef er al jaren niet meer om, maar nu klinkt de muziek erg aanstekelijk. Eine wals mit Maria, neurie ik mee.
Bij de bakker hetzelfde, er wordt, niet eens op de achtergrond, hard Carnavalsmuziek gedraaid. Bim bam, bim bam, klokken van Limburg mie landj. Ik krijg er goede zin van.
Na Alpha, Beta, Gamma, Delta, Epsilon, Zeta, Eta, Theta, Iota en Kappa, is Omikron, de vijftiende letter van het Griekse alfabet de variant van het Covid-virus die het lijkt mogelijk te maken dat het leven weer ietsjes normaler wordt. Maar de deskundigen waarschuwen voor misplaatst optimisme. Er zijn nog genoeg letters over. Hebben we Lambda en Mu al gehad of moeten die nog komen en Pi, Tau, Ypsilon, Phi en Omega zouden erg beledigd zijn als ze niet aan de beurt komen om naar een virus vernoemd te worden dat niet stigmatiserend is voor de plaats van herkomst omdat je nooit helemaal zeker weet zoals bij Ebola, Wuhan of de Spaanse griep of daar ook echt patiënt zero vandaan komt.
Eine wals met Maria, zing ik en draag, nee fiets mijn wekelijkse boodschappen naar huis en maak een voedzaam groenten-kippensoepje. Je kan maar beter je weerstand op peil houden met dit koude weer.
De internationale gasten op de rondleidingen zijn weer terug. Er is een delegatie van EU burgers die een conferentie hebben in het MECC en in de avondkou nog een rondje door de stad krijgen met een gids. Mijn groepje heeft het heel erg koud en is erg uitgelaten, behalve één van de gasten een lange slanke man uit Estonia, Estland. Hij is van zichzelf al onderkoeld.
Ik vertel de gasten dat we in het oudste stukje van Maastricht lopen waar de Romeinen nog geleefd hebben en voor hotel Derlon vraag ik of ze weten wat ze gevonden hebben onder het hotel bij opgravingen.
They found nothing, zegt de zwijgzame man uit Estonia.
Hij spreekt langzaam, bedachtzaam en met een zwaar accent. They found nothing. Dan kijkt hij me aan met een kleine glimlach op zijn lippen. Nu jij weer.
Ik ben inderdaad even sprakeloos. Op de vraag wat de gekleurde vlaggen betekenen heb ik wel een antwoord. Het is bijna Carnaval. Eine wals met Maria, zeg ik.
anna